Je planten bloeien al een paar weken en er is een flinke opbrengst gevormd. Je hebt het idee dat je binnenkort kunt gaan oogsten. Maar hoe zie je dat? En waar moet je op letten bij het oogsten?
Om te bepalen of je planten bijna oogst klaar zijn, moet je vooral goed naar ze kijken. De planten geven je genoeg hints. Natuurlijk zie je dat de vruchten zelf er steeds beter uit gaan zien. Maar vaak vindt er ook verkleuring plaats. Tegen het einde van de bloeiperiode zullen delen van je plant vergelen of bruin worden. Dit zijn tekens voor oogstrijpheid en dus niet voor een voedingstekort. Ga geen hogere doseringen voeding geven, want daar los je niks mee op.
Je hebt vastgesteld dat het bijna oogsttijd is! Tijd om aan de slag te gaan. Je hebt gelukkig niet heel veel nodig om te oogsten. Maar het is toch handig om je even voor te bereiden.
Schaar. Het handigste is een kleinere, puntige schaar. Je moet vrij nauwkeurig kunnen knippen.
Alcohol. Ontsmet je schaar voor het afknippen van de oogst. Zo voorkom je infecties aan de stam van je planten.
Handschoenen. Ook deze dienen om je plant te beschermen tegen infecties.
Er is nog één belangrijk stukje voorbereiding voor het oogsten. Je moet nog flushen. Dat klinkt heftig, maar het betekent niks anders dan het spoelen van je aarde. Er zijn geen speciale hulpmiddelen voor nodig, maar het effect is belangrijk. Geef je planten de week voordat je gaat oogsten geen voeding, maar alleen water. Zo spoel je de overtollige voeding uit de grond en uit het systeem van je plant. Daardoor zullen geen voedingstoffen blijven hangen in de vruchten en je oogst zal beter smaken. De hoeveelheid water die je nodig hebt om te flushen kan verschillen. Een vuistregel: geef twee keer zo veel water als je normaal zou doen. Het belangrijkste is dat je de grond rond je plant of in de pot grondig doorweekt. Je kunt Pure Zym geven tijdens het flushen, zodat het sneller gaat.
Er zijn heel veel soorten planten en daarom ook heel veel manieren van oogsten. Doe om te beginnen je handschoenen aan en ontsmet je schaar. Pluk of knip de vruchten van de plant. Bij sommige soorten kun je hele trossen aan takken verwijderen. Doe dit met een schaar, zodat de wondjes klein blijven. Andere vruchten kun je met de hand van de plant trekken.